Aflossen tijdens de looptijd van de hypotheek
Maandelijks of jaarlijks lost u een bedrag af op uw hypotheek. U vermindert daarmee de hoogte van de hypotheek en u bouwt op deze wijze overwaarde in uw woning op. Bij de volgende hypotheekvormen kunt u periodiek aflossen:
Voor startende huizenkopers en bij hypotheekverhogingen is de hypotheekrente sinds 2013 alleen nog maar aftrekbaar als zij de gehele hypotheek in maximaal 30 jaar tussentijds aflossen. De annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek zijn de enige hypotheekvormen waarbij tussentijds wordt afgelost. Deze hypotheekvormen zijn dan ook de enige geschikte hypotheekvormen voor starters en mensen die hun hypotheek verhogen (bijv. doorstromen of verbouwen) om voor hypotheekrenteaftrek in aanmerking te komen.
Aflossen aan het einde van de looptijd van de hypotheek
Gedurende de looptijd van de hypotheek houdt u de volledige lening in stand. Binnen een kapitaalverzekering of op een spaar- of beleggingsrekening bouwt u vermogen op waarmee u aan het eind van de looptijd (een deel van) uw hypotheek aflost. Dit opbouwen van vermogen kan op allerlei verschillende manieren. De uiteindelijke (netto) opbrengst hangt af van de gestorte bedragen, de rendementen die behaald worden en de fiscaliteiten. Bij de volgende hypotheeksoorten kunt u aan het einde van de looptijd aflossen:
- de levenhypotheek
- de spaarhypotheek
- de hybride hypotheek
- de beleggingsrekeninghypotheek
- de bankspaarhypotheek
- de effecthypotheek
Hypotheekvormen waarbij de gehele hypotheek aan het eind van de looptijd in 1 keer worden afgelost (zoals de hierboven genoemde (bank)spaarhypotheek en de leven- en beleggingshypotheek), zijn voor startende kopers vanaf 2013 niet meer toegestaan. Als zij er toch voor kiezen hebben zij geen hypotheekrenteaftrek. Daarom zijn hypotheekvormen waarbij aan het eind van de looptijd wordt afgelost alleen interessant voor huizenbezitters die vóór 2013 hebben gekocht.
Niet aflossen
Bij deze optie neemt u een aflossingsvrije hypotheek. Dit is een hypotheeksoort waarbij u tijdens de looptijd van de hypotheek niet aflost en ook geen bedrag opbouwt om aan het eind van de looptijd de lening alsnog af te lossen. De lening blijft dus volledig bestaan. Dit houdt in dat u aan het eind van de looptijd van de lening uw huis zult moeten verkopen om de hypotheek af te kunnen lossen. U kunt echter ook kiezen om de hypotheek te verlengen. Aangezien het belastingvoordeel van de hypotheekrenteaftrek tegenwoordig beperkt is tot een periode van 30 jaar, kan dat een verhoging van de netto maandlasten tot het gevolg hebben. Soms valt dit fiscale nadeel in de praktijk wel mee. Dit komt mede vanwege het inflatie-effect. Dit effect houdt in dat de hypotheekschuld over 30 jaar absoluut gezien nog even hoog is, maar gevoelsmatig veel lager. Een hypotheek van 100.000 euro was 30 jaar geleden een enorme uitzondering. Tegenwoordig ligt het gemiddelde al op meer dan het dubbele.
Indien het hypotheekbedrag hoog is ten opzichte van de waarde van de woning, is een volledig aflossingsvrije hypotheek niet mogelijk. De geldverstrekker wil namelijk geen risico’s lopen en altijd zekerheid hebben dat het volledige bedrag in iedere situatie afgelost kan worden. Een deel aflossingsvrij is vaak wel mogelijk. Vaak wordt de aflossingsvrije vorm daarom gecombineerd met een vorm waarbij wel afgelost of vermogen opgebouwd wordt.
Ook de aflossingsvrije hypotheek is voor startende kopers vanaf 2013 niet meer toegestaan. Als zij er toch voor kiezen hebben zij geen hypotheekrenteaftrek. Daarom is de aflossingsvrije hypotheek fiscaal gezien alleen interessant voor huizenbezitters die vóór 2013 hebben gekocht.